Vechten voor je leven in Vietnam

Eindelijk de eerste grote reis na de Corona pandemie. Redelijk last minute hebben we onze reis naar Vietnam geboekt, maar we hadden er zin in. Een veilig land, lekker eten, mooie natuur, vriendelijke mensen. “Wat zou er in hemelsnaam mis kunnen gaan?”

Vietnam is een uitgestrekt land en het eenvoudigst is het om van noord naar zuid of visa versa te reizen. Wij begonnen zuidelijk in Ho Chi Minn City en vervolgden onze weg via Hoi An, Hue en Ninh Binh.

Hier vind je prachtige natuur, kun je rustig te dobberen op een bootje, huur je uiteraard een scooter om de omgeving te verkennen en het hoogtepunt is letterlijk de Mua Cave, waar je uitkijkt over de Ngo Dong rivier.

Kuchend in de dorm

Nadat ik al twee nachten onze dorm wakker had gehouden met mijn gekuch hadden we besloten het wat rustiger aan te doen en koers te maken naar Cat Ba Island.

De planning was om een paar dagen aan het strand te liggen en vervolgens een cruise te boeken langs  Halong Bay en daarna via Sapa en Hanoi de noordelijke route af te sluiten.

Helaas zette mijn keelpijn door en begon ik last te krijgen van algehele malaise. Vermoeidheid en diarree leken mij niks bijzonders en zou met een paracetamol vast zo over zijn.

Omdat het toch zonde zou zijn de hele dag in bed te liggen besloot mijn vriend een scooter te huren en het eiland te verkennen. Eerst zonder en later met mij om mij zo de reeds ontdekte pareltjes te laten zien.
Met wat pillen in mijn mik klom ik achterop en reden we langs mooie verlaten baaitjes om de zonsondergang te bekijken. Hoe idyllisch!

Na een paar uur vond ik het genoeg geweest en alles in mij schreeuwde om weer op bed te liggen. Een kleine discussie volgde daar ik liever een lichte  snack van het hotel wenste dan een zoveelste bak noodles. Echter wilde Bob toch nog even de weg op om wat lekkers te scoren.

En vanaf dit moment ging alles faliekant mis..

Een onbekend nummer, een Australische dame aan de andere kant van de lijn; accident- boyfriend- leg- hospital- crash- scooter..

Ik griste snel een trui, mijn paspoort en een telefoonlader bij elkaar, rende de straat op om een taxi aan te houden en reed naar het “ziekenhuis”. Een voormalig schooltje met een brancard erin, een grote bouwlamp en wat instrumenten waarvan ik mij naarstig afvroeg hoe steriel die konden zijn.

Daar lag Bob met een bebloed gezicht, gebroken neus, de lappen vlees hangend aan zijn arm en een been duidelijk ontwricht en in meerdere stukken gebroken.
Een van de broeders ging in de weer met een klosje garen om zijn arm te hechten, de ander ging buiten op zoek naar wat houten planken om het been te spalken.

Er werd een auto voorgereden en deze geïmproviseerde ambulance bracht ons naar de ferry. Eenmaal aan wal werden we overgeheveld naar een echte ambulance.

Ondertussen belde ik met verzekeraars en ambassades, en zo vervolgden we onze weg naar Hanoi. Uiteraard diende de ambulance cash afgerekend te worden en zaten extra pijnstillers niet in de service meegerekend.
Godzijdank wisten zij ons wel naar het beste ziekenhuis te brengen en daar zijn we tot de dag van vandaag nog blij mee.

De volgende ochtend volgde een operatie om de drie breuken in zijn been met pinnen vast te zetten.
Vijf dagen van opname volgden en ondertussen verbleef ik in een hotel in Hanoi. Maar waar ik de eerste dagen nog langskwam om Bob gezelschap te houden voelde ik mij steeds zieker worden.

Toen lagen we er allebei

Kirrend van de pijn lag ik in bed tot het moment dat ik zo ziek was en over mezelf heen overgaf dat ik besefte dat dit niet langer ging. Ook ik moest een bezoek brengen aan de SEH.
Terwijl Bob net zijn tas had gepakt en klaar was voor ontslag werd ik naar dezelfde verdieping gereden met een -toen nog enkele- longontsteking.
Gelukkig werd ook voor hem weer een bed klaargemaakt en hadden Mr and Miss Smit een eigen kamer.

Om de dag werden er onderzoeken gedaan maar helaas ging mijn toestand achteruit, inmiddels waren niet een maar twee longen ontstoken en in de rechter hadden zich inmiddels twee abcessen gevormd.
Mijn toestand werd kritiek en er kwam het besef dat dit weleens heel verkeerd kon aflopen.
Met dank aan een heel adequate arts die met de juiste behandeling mij er bovenop heeft geholpen kan ik dit gelukkig navertellen.

Je wilt niet weten hoe blij ik ben dat wij destijds naar het Bệnh viện Việt Pháp ziekenhuis zijn gebracht.
Want niet alleen deze fenomenale arts die na zijn shift vaak nog even kwam kijken en een knuffel bracht hielp mij er doorheen, de zorg van de hele staf was ongekend!
Zo offerde mijn fysiotherapeute een paar van haar vrije dagen op om mij te helpen van het ontstoken longvocht af te komen.
Maar ook nam de verpleging vaak de tijd om bij me te zitten of een massage te geven als de pijn teveel werd. De zorg van dit ziekenhuis deed mij beseffen dat zelfs of beter gezegd juist aan de andere kant van de wereld ik mij ontzettend veilig en geliefd kon voelen.

Na tweeënhalve week werd ik ontslagen. Wel hebben we nog een week in Hanoi moeten blijven om aan te sterken. Er volgenden nog wat controles totdat we uiteindelijk een fit-to-fly voor de Kerst kregen.

Revalidatie volgde in de daarop volgende maanden; voor mij het opbouwen van conditie. Ik viel ruim 8 kilo af en had geen enkele spierkracht meer, en Bob moet opnieuw leren lopen. Dit laatste proces neemt tenminste een jaar in beslag.

Dodelijke bacterie

Echter net toen we beiden onze draai weer in Nederland hadden gevonden kwam er een nieuwe twist in het verhaal. Ik bleek drie resistente bacteriën te hebben opgelopen, en Bob een waarvan we beiden de meest vervelende bij ons dragen; namelijk MRSA.
Op zich niet heel onoverkomelijk, veel mensen die geopereerd zijn in het buitenland of in het ziekenhuis hebben gelegen worden drager, en dit ruimt je lijf gewoonlijk na een jaar op.
Zo niet bij ons, het ene na de andere abces volgde.

Helaas ging bij Bob een van deze abcessen infecteren en moest hij met spoed twee keer worden geopereerd. Zo lag Bob op de tiende verdieping van het Erasmus MC in isolatie en ik lag op de spoedeisende hulp met mijn arm omhoog om een abces ter grootte van een paasei weg te laten snijden. En later volgenden er nog veel meer.

Inmiddels is alles met een van de weinige antibiotica die nog werkzaam is onder controle gehouden. Maar je begrijpt dat na een half jaar antibiotica slikken je lijf er een behoorlijke aversie tegen heeft ontwikkeld.

Nu klinkt bovenstaande natuurlijk als pure horror en dat valt absoluut niet te bagatelliseren. Ik kan geen ziekenhuis meer zien en nog steeds heb ik regelmatig nachtmerries van hoe ik mijn vriend heb aangetroffen na het ongeluk. Bovendien zit ik bij ieder hoestje dezelfde dag nog bij de huisarts om mij gerust te laten stellen.
Daarnaast beseffen we ons terdege dat we allebei zo ontzettend veel geluk hebben gehad.

 

Het besef komt later

Zoals mijn behandelend arts in het EMC zei; “het is in dit geval vette pech geweest’. Met de hoeveelheid reizen als ik gemaakt heb kan je niet anders spreken van heel veel geluk dat het vaker goed dan fout is gegaan.

Cliché als het is; gezondheid is het allerbelangrijkste. En daarna je reisverzekering, ik zeg het nog maar eens. Ik zelf ben heel tevreden geweest over FBTO

Mocht je ooit in een soort gelijke situatie terecht komen neem dan zeker ook contact op met de Nederlandse ambassade. Zij hebben ons fantastisch bijgestaan in de gehele periode.

Toch weerhoudt deze trip mij niet van het reizen. Ergo, het heeft het reisvirus alleen maar verder aangewakkerd.
Twee maanden later mocht ik mijn eerste tripje weer maken naar Parijs. Verre van hersteld, maar ik wilde zo graag weer genieten van al het moois wat de wereld te bieden heeft. Ik nam het daarom met liefde op de koop toe dat ik al trillend en kotsend in de Thalys terug zat, maar ik had het gehaald!