De derde week is aangebroken, het kan zomaar ook de vierde zijn. Met dit mooie weer voelt namelijk alles als een groot avontuur.
Maar deze reis heeft voor iedereen een nog onbekende bestemming.
Alsof je in Azië op de bus wacht en geen idee hebt wanneer deze komt, mocht deze überhaupt al komen.
Weet dat je dan kan je altijd nog je duim kunt opsteken.
Want echt, alles komt goed.
Het voelt als reizen door Iran, een land met regels die al jaren strenger zijn dan de gemiddelde lock down.
Waar Ayatollah’s de bevolking dagelijks in een keurslijf persen.
Maar als ik daar iets heb geleerd dan is het hoe positief en warm deze mensen zijn, hoe zij voor iedereen blijven klaarstaan.
Het zit ‘em hier in de kleine dingen; stiekem Ajax kijken in een café ver buiten Esfahan. Een plek waar mannen en vrouwen even niet gescheiden hoefden te zijn en ik voor de gelegenheid heel even mijn hoofddoek mocht laten zakken.
Het voelt als reizen door Myanmar, een land wat pas zes jaar geopend is na decennia van isolatie.
Jarenlang hebben zij geen toeristen gezien, en ineens zagen zij westerse backpackers.
Mensen kwamen in alle vroegte naar de treinstations om je uit zwaaien, boden hun eten aan of maakten enkel een praatje.
Maar bovenal wilden ze deze momenten vastleggen. Voor later, voor nu, nu ze weer op slot zijn.
Ook ik wil mijn reis vastleggen en maak foto’s van Rotterdam, mijn stad. Maar ondanks haar lentezon voelt ze ijzig koud.
Rotterdam wordt gemaakt door haar mensen, maar zonder hen is er geen diepte.
Waar mijn camera normaliter een instrument is om mij achter te verschuilen blijkt zij nu slechts dezelfde schijnveiligheid te bieden als een mondkapje.
Het voelt als een reis door China, alleen in een land waar niemand een taal spreekt die jij begrijpt.
Een cultuur die mij zo vreemd was dat ik werd opgeschrikt als er weer een naargeestige fluim naast mijn slipper belandde, er in restaurants teennagels werden geknipt of waar honden in pannen aan het pruttelen waren.
Het voelt als proberen te reizen door India en je je machteloos voelt als de toegang wordt geweigerd door een onjuist visum.
En meer dan ooit realiseer ik mij dat er voorlopig geen enkele grensovergang open is.
Nee, laat mij dan maar fantaseren dat dit een mooie reis door Zuid Frankrijk is.
Wanneer ik Franse kaasjes haal bij de lokale kaasboer om de hoek, en vers brood bij de bakker.
Want #supportyourlocals.
Als ik in mijn vrije tijd lavendel plant op het balkon en mijzelf voor even waan in de pittoreske straatjes van Grasse.
En zodra ik na het eten de afwas in een teiltje stop beeld ik mij in dat ik over de camping loop.
Aan mijn voeten badslippers, mijn haar in een rommelige knot om de nu al dode punten te verbergen.
Mijn geliefde is voor nu mijn vakantieliefde, en samen ontdekken we alles opnieuw.
Via mijn souvenirkast leid ik hem de weg door de wereld heen zoals deze was, maar nooit meer gaat worden.
Maar een ding blijft hetzelfde; ’s avonds stuur ik kaarten naar mijn vrienden, net als op vakantie.
Ik stuur ze liefde en een zonnetje, “20 graden”
“Het is fijn hier, ik wil nog lang niet naar huis.”
“Maar ik mis jullie wel. “